Rijkswaterstaat is verantwoordelijkheid voor het onderhoud van alle kunstwerken in Nederland. Om wegen, bruggen en viaducten te onderhouden moeten veel verschillende organisatieonderdelen goed met elkaar samenwerken. De samenwerking tussen de onderdelen in deze instandhoudingsketen loopt niet altijd goed. Rijkswaterstaat heeft Pii daarom gevraagd te helpen de samenwerking in de keten te verbeteren.
Pii heeft voor twee regio’s met gebruik van netwerkanalyses de ketensamenwerking in beeld gebracht. Daarnaast zijn we op lokaal niveau aan het werk gegaan om samenwerking te verbeteren.
Er waren binnen Rijkswaterstaat al een aantal initiatieven om nieuwe manieren van samenwerken vorm te geven. Omdat er nog veel onduidelijk was over de manier waarop er op dat moment werd samengewerkt in de keten, kwamen die verbeter initiatieven nog niet goed van de grond. Onze aanpak was er daarom op gericht eerst grip te krijgen op de huidige samenwerking in de keten. Dat deden we door gebruik te maken van netwerkanalyses. Met de inzichten uit de netwerken konden we daarna naar een ideale situatie toe te werken.
Fase 1 Met wie werken we in de keten?
Om de netwerkanalyse goed uit te voeren moest eerst de scope van de keten bepaald worden. We moesten immers weten wie we van Rijkswaterstaat moesten uitnodigen om deel te nemen aan de analyse. Omdat het binnen Rijkswaterstaat nog niet duidelijk was wie er tot de keten behoorden, werkten we met de snowball-methode. In een eerste ronde konden de collega’s van wie zeker was dat ze in de keten zaten hun relaties opgeven in de Pii Web-App. Mensen die genoemd werden door hun collega’s, maar níet waren uitgenodigd in de eerste ronde, kregen de mogelijkheid om in een tweede ronde hun relaties op te geven.
Zo gebruikten we het netwerk van de instandhoudingsketen om te bepalen wie er allemaal onderdeel waren van de keten.
Fase 2 Doorgronden van manieren van samenwerken
De verzamelde data gebruikten we om netwerkanalyses uit te voeren. Dit resulteerde onder andere in een aantal netwerkvisualisaties. We nodigden een selectie van medewerkers op sleutelposities in het netwerk uit om gezamenlijk de netwerken te gaan begrijpen.
Hiervoor gebruikten we de platform-analyse. Het netwerk deelden we op in een raster. Voor elk stukje gingen we in gesprek om de oorsprong van de relaties te vinden. Op welke sociale platformen kwamen de mensen die hier relaties hadden elkaar tegen? Sociale platformen zijn alle plekken waar mensen elkaar ontmoeten. We analyseerden welke overleggen, werkplekken, werksessies en ketenconnecties konden verklaren dat het netwerk eruit zag zoals het eruit zag.
De platform analyse gaf de eerste inzichten in de manier waarop medewerkers nu verbonden zijn en op welke wijze ze hun netwerken onderhouden. Door de hoge complexiteit van het netwerk was het echter nog niet mogelijk om te bepalen in welke mate de netwerken die we gevonden hadden geschikt waren voor het werk in de keten.
Fase 3 Samenwerkingsbehoefte in beeld
We hebben daarom groepen gevormd met vertegenwoordigers uit afgebakende stukjes van de instandhoudingsketen die een gezamenlijk doel hadden. Met die groepjes (vaak teams) doken we het netwerk in om grip te krijgen op samenwerking.
We identificeerden eerst alle ketenonderdelen die betrokken waren bij hun gemeenschappelijke opgave. Voor al die ketenonderdelen bepaalden we welke wijze ze elkaar nodig hadden om gezamenlijk tot een resultaat te komen. We maakten gebruik van drie type samenwerkingsstructuren om de afhankelijkheid tussen ketenonderdelen te beschrijven:
- Een A-structuur van intensieve samenwerking waar een groep vanuit één perspectief handelt en zo snel tot gezamenlijke besluiten kan komen.
- Een B-structuur van integrale samenwerking waar twee groepen veel onderlinge relaties onderhouden zodat zij precies weten hoe de ander naar de omgeving kijkt.
- Een C-structuur van informatie-uitwisseling waar twee groepen verbonden zijn door één enkele relatie zodat ze elkaar op de hoogte kunnen houden.
We wisten nu voor elk ketenonderdeel in een afgebakend stuk van de keten via welke netwerkstructuren ze idealiter verbonden waren met elk ander ketenonderdeel (uit dat stuk van de keten).
Fase 4 Netwerkontwikkeling
Voor de gevonden afhankelijkheden tussen ketenonderdeel analyseerden we vervolgens op welke manier die ketenonderdeel in de huidige situatie met elkaar konden interacteren. Dit deden we aan de hand van de netwerkvisualisaties en de platform-analyse.
We konden nu precies bepalen of de gewenste verbinding tussen ketenonderdelen wel of niet gerealiseerd werd. Op de plekken waar mensen niet de juiste interacties konden hebben, ontwierpen we nieuwe platformen of richtten we bestaande platformen op een andere manier in.
Zo werkten we op verschillende plekken steeds aan kleine oplossingen die met elkaar de samenwerking in de instandhoudingsketen verbeterden.